Lessen uit Sudan

Zou het helpen als de navelstaarderij van (een deel van) politici en media in Vlaanderen de plaats inruimt voor een blik naar buiten? Dan zou men bijvoorbeeld aandacht hebben voor het referendum dat zondag plaatsgrijpt in Sudan over een waarschijnlijke splitsing van het land. Het is hier niet de plek om de opportuniteit van de splitsing van dat gigantische Afrikaanse land te bespreken. Maar ik grijp ze wel aan om erop te wijzen dat de gerespecteerde Sudanees Mo Ibrahim van de gelijknamige foundation, gisteren in een indrukwekkende Opinie in de Financial Times bekende dat deze scheiding niet onvermijdelijk was. Ze is het resultaat van politieke keuzes, waardoor hij niet anders kan dan schrijven: ‘Our country has torn itself apart’, o.a. omdat ‘we have not nurtured that sense of brotherhood and unity’.

Enkele minuten na Ibrahims Opinie lees ik in deze krant nog maar eens De Wevers tot treurens toe herhaalde mantra van de staatshervorming ‘die we nodig hebben om onze welvaart veilig te stellen’ (een variant ervan is de ‘Copernicaanse omwenteling’). Het blijft me verbazen hoe makkelijk men met die uitspraak wegkomt en dat geen journalist ooit eens doorvraagt waarom dat het geval zou zijn. Dat Vlaamse politici hiermee wegkomen zegt trouwens veel over hoe het proces van overtuigen werkt. Wanneer ze maar lang genoeg en kritiekloos worden herhaald, krijgen slogans en mantra’s een waarheidsgehalte dat ze niet verdienen. Alle Vlaamse partijen namen ze intussen over. Politieke geloofspunten krijgen geruisloos de schijn van wetenschappelijke zekerheden, zeker in samenlevingen die niet langer de moeite doen naar anderen te luisteren en steeds blinder overtuigd worden van eigen gelijk.

Nochtans blijf ik er als economist bij: De Wevers uitspraak is op geen enkele onweerlegbare analyse gebaseerd. Behoud van welvaart ergo staatshervorming is hoogstens een politieke redenering. Die is eerbaar, maar in tegenstelling tot hoe deze ‘broodnodige’ staatshervorming ook in editorialen van deze krant wordt gepropageerd, verdient deze uitspraak niet het predicaat van ‘waar’ of ‘juist’. Er is niets, maar dan ook niets dat ons verbiedt om er bewust en lucide voor te kiezen om samen te leven met een andere taalgroep waarmee we reeds enkele eeuwen wel en wee delen. En laat ons dat vooral geen naïviteit noemen.

Leven we dan in de beste der werelden? En is er geen vuiltje aan de lucht? Vanzelfsprekend niet. Spectaculaire geopolitieke en economische verschuivingen op wereldvlak, in combinatie met demografische veranderingen bij ons, nopen juist tot krachtdadige en moedige beslissingen. Alleen hebben die niet te maken met het transfereren van kinderbijslagen naar gemeenschappen of gewesten, of met de benoeming van een burgemeester. Integendeel zelfs. De hardnekkigheid waarmee men om nationalistische motieven eerbare compromissen keer op keer onmogelijk maakt, kan niet anders dan contraproductief genoemd worden.

Dat blijkt trouwens ook uit de grilligheid van de argumenten die gehanteerd worden wanneer het over de financieringswet gaat. Een ‘goede’ staatshervorming zonder aanpassing van de financieringswet kon niet, luidde het. Ik was de laatste om te ontkennen dat de tijd gekomen was om enkele elementen uit de financieringswet bij te sturen. Maar dat had moeten gebeuren op basis van heldere politieke keuzes en arbitrages, en niet op basis van de babelse spraakverwarring van nu eens een roep om fiscale autonomie, dan weer om responsabilisering. We herhalen het nogmaals: de huidige financieringswet is al heel sterk responsabiliserend. De volledige dotatie uit de personenbelasting wordt verdeeld op basis van ‘juste retour’. Dat wil zeggen dat elke regio terugkrijgt à rato van haar aandeel in de personenbelasting. Deze forse responsabilisering in 1989 werd ingevoerd op vraag van de Vlamingen, en als compensatie werd er een solidariteitsmechanisme ingevoerd. Over hoe groot die solidariteit moet zijn kan, mag en moet zelfs gepraat worden. Welnu, wat minst aan bod kwam in de vele technische discussies, was dat solidariteitselement.

De reden daarvoor was het symbool van de ‘fiscale autonomie’. Inderdaad, de responsabiliserende ‘juste retour’ van de personenbelasting houdt natuurlijk geen fiscale autonomie in (al
is die autonomie er wel in de vorm van andere regionale belastingen, én in de vorm van op- en afcentiemen). Maar veel economen met mij wijzen er nu eenmaal op dat fiscale autonomie best niet de vorm aanneemt van het delen van een belastbare basis. Een gesplitste personenbelasting is dus echt niet zo een goed idee voor hen die uit zijn op ‘goed bestuur’. Mag het in Vlaanderen nog gezegd? Het was helemaal niet zo ‘dom’ van de Franstaligen om dit voorstel te blijven afwijzen. Het ‘voorschrijdend inzicht’ van de Franstaligen, waar Tegenbosch in een recent editoriaal naar verwijst, lijkt eerder te moeten slaan op het feit dat ze moesten inzien dat de Vlamingen om andere redenen dan ‘goed bestuur’ die split-rate bleven vragen.

Maar bon, het symbool van de gesplitste personenbelasting staat dus – weze het in de vorm van een wangedrocht – in de nota Vande Lanotte. En nu is het weer niet goed. Er wordt niet genoeg geresponsabiliseerd. En zo zijn er nog elementen op te noemen waar het ‘Vlaamse’ discours een kakofonie van inconsistenties is. Men argumenteert maandenlang dat de financieringswet de federale kas leegrooft (quod non!), maar beweegt hemel en aarde om de fameuze elasticiteitsbonus naar de regio’s te halen. En als Vande Lanotte een schoolvoorbeeld van een mooi compromis uit de hoed tovert door de elasticiteitsbonus te reserveren voor de afbetaling van de federale staatschuld, dan wordt precis dat op hoongelach onthaald. Ook het zogenaamde verlies voor Vlaanderen door de verandering van de nataliteitscoefficiënt bij de berekening van de BTW dotatie ondermijnt de geloofwaardigheid van het Vlaamse discours. Is het niet meer dan logisch dat de gemiddelde, of, nog beter zelfs, de eigen regionale demografische evolutie gebruikt wordt voor de berekening van die dotatie? Maar o wee als redelijkheid leidt tot minderontvangst voor Vlaanderen…

We kunnen niet anders dan besluiten dat er geen oprecht discours gevoerd wordt. Argumenten zijn veel minder belangrijk dan sommigen doen uitschijnen. Dit onecht spreken verklaart niet alleen een groot deel van de politieke impasse, maar ook het verkiezingsresultaat van N-VA. Op deze manier zou de vrees van Ibrahim wel eens sneller bewaarheid kunnen worden dan we vermoeden: ‘Sudan cannot afford to be on the wrong side of history’. Vlaanderen evenmin.

Deze opinie verscheen in De Standaard op 8 januari 2011.

[Download this opinion]